optuigen

Vertalingen optuigen NL>FR

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔptœy x ə(n)]
Verbuigingen:	tuigde op (verl.tijd ) heeft opgetuigd (volt.deelw.)

mooier maken - décorer

een kerstboom optuigen - décorer un arbre/sapin de Noël

Overige bronnen

optuigen (ww.)	décorer (ww.) ; embellir (ww.) ; farder (ww.) ; garnir (ww.) ; maquiller (ww.) ; orner (ww.) ; parer (ww.) ; rafraîchir (ww.)
het optuigen	décoration (v) ; embellissement (m)
optuigen	brêlage ; bridage ; brider ; gréer ; harnacher

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `optuigen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: aankleden
NL: opdirken
NL: opschikken
NL: opsieren
NL: opsmukken
NL: optakelen
NL: tooien
NL: tuigen
NL: verfraaien
NL: verluchten

Zojuist vertaald