het nest

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[nɛst]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

1) door dieren gemaakt bouwsel waarin ze hun jongen voortbrengen - nid (le ~)

vogelnest - nid d'oiseau mierennest - fourmillière

2) jonge dieren die tegelijk geboren zijn - nichée (la ~), portée (la ~)

een nest jonge hondjes - une portée de chiots

3) bed - pieu (le ~), plumard (le ~)

's morgens lang in je luie nest blijven liggen - paresser au plumard jusque tard dans la matinée

4) meisje - peste (la ~)

een verwend nest - une pimbêche

© K Dictionaries Ltd.

het nest	nid (m)
nest	cases à nids

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: bed
NL: broedplaats
NL: gat
NL: hol
NL: kreng
NL: worp

NL: (meisje): ondeugend nest FR: petite peste (la)
NL: hij is uit een goed nest FR: il a de la race