het nieuws

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[niws]

1) berichten over belangrijke dingen die kortgeleden gebeurd zijn - nouvelles (la ~)

groot nieuws op de voorpagina - des nouvelles importantes à la une Is er nog nieuws over de ramp? - Y a-t-il encore des nouvelles sur la catastrophe?

2) programma op radio of tv waarin nieuws (1) wordt verteld of getoond - informations (la ~), journal (le ~)

Wil je het nieuws even aanzetten? - Tu mets les informations, s'il te plaît?

© K Dictionaries Ltd.

het nieuws	actualités (f-p) ; annonce (v) ; bulletin d'informations (v) ; informations (f-p) ; infos (v) ; journal (m) ; nouvelles (f-p)
nieuws	le JT ; la nouvelle

Bronnen: Wikipedia; interglot; ICT-Woordenboek




NL: bericht
NL: journaal
NL: nieuwsbericht
NL: televisiejournaal

NL: gemengd nieuws FR: faits divers (m mv)
NL: nieuws in het kort FR: flash (le) d'information
NL: iets nieuws FR: qc de nouveau
NL: invoering van iets nieuws FR: innovation (la)
NL: dat is oud nieuws FR: c'est de l'histoire ancienne