Vertalingen meester NL>FR
de meester
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | ['mestər] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
1) leraar op een basisschool -
maître (d'école) (le ~) vijf juffen en twee meesters - cinq maîtresses et deux maîtres |
2) iemand die iets heel goed kan -
as (le ~), crack (le ~) een meester in het maken van toetjes - un virtuose dans l'art de préparer les desserts |
3) deel van de uitdrukking: -
je meester maken van ... (=ervoor zorgen dat je het krijgt) - s'emparer de ...
|
4) deel van de uitdrukking: -
meester in de rechten (=beroep van iemand die rechter of advocaat is) - juriste / diplômé universitaire en droit
|
5) deel van de uitdrukking: -
iets meester zijn (=iets beheersen) - maîtriser/connaître/posséder quelque chose
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de meester (m) | champion (m) ; chef (m) ; commandant (m) ; directeur (znw.) ; doyen (m) ; instituteur (m) ; juriste (m) ; maestro (m) ; mentor (m) ; parrain (m) ; principal (znw.) ; seigneur (m) ; souverain (znw.) |
meester | maître ; second maître de 1ère classe |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `meester`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baasNL: beheerserNL: bevelhebberNL: gebieNL: gebiederNL: gildenmeesterNL: juristNL: leerkrachtNL: leermeesterNL: leraarUitdrukkingen en gezegdes
NL: meester in de rechten
FR: licencié en droitNL: zich
meester maken van
FR: s'emparer de, se rendre maître deNL: iets
meester worden
FR: avoir raison de qcNL: zich zelf
meester worden
FR: se maîtriser, se ressaisirNL: iets
meester zijn
FR: posséder qc.