Vertalingen letsel NL>FR
het letsel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈlɛtsəl] |
Verbuigingen: | -s (meerv.) |
beschadiging van je lichaam -
blessure (la ~), lésion (la ~) inwendig letsel oplopen bij een ongeluk - subir des lésions internes lors d'un accident iemand letsel toebrengen - infliger une blessure à quelqu'un |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het letsel | blessure (v) ; bleu (znw.) ; bosse (v) ; contusion (v) ; froissement (m) ; lésion (v) ; meurtrissure (v) ; plaie (v) ; traumatisme (m) |
letsel | blessure corporelle ; dommage ; lésion ; mal ; traumatisme |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `letsel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blessureNL: builNL: bultNL: kneuswondNL: kneuzingNL: kwetsuurNL: lesieNL: verwondingUitdrukkingen en gezegdes
NL: lichamelijk
letsel
FR: dommage (le) corporelNL: er zonder
letsel afkomen
FR: en sortir indemne