I langs

bijwoord

Uitspraak:

[lɑŋs]

1) naar...toe - en visite chez

bij iemand langs gaan - passer chez quelqu'un

2) deel van de uitdrukking: -

ervan langs krijgen (=flink bestraft worden) - avoir son paquet

II langs

voorzetsel

Uitspraak:

[lɑŋs]

1) in de lengte van - le long de

langs het strand lopen - se promener le long de la plage

2) voorbij - devant

langs de kerk lopen - passer devant l'église

[lɑŋs]

1 ( op bezoek) naar...toe - en visite chez

  `bij iemand langs gaan`
  passer chez quelqu'un



2
  ervan langs krijgen
( op je kop krijgen) flink bestraft worden - avoir son paquet


© K Dictionaries Ltd.

langs

le long de ; via

Bron: Wikipedia




NL: aan
NL: blijkens
NL: door
NL: ingevolge
NL: langszij
NL: naar
NL: over
NL: parallel aan
NL: pleging
NL: viering

NL: langs gaan FR: longer, côtoyer
NL: langs komen bij iemand FR: passer voir quelqu'un
NL: langs elkaar heen praten FR: argumenter sur des plans différents
NL: langs welke weg FR: par quel chemin?
NL: er van langs krijgen FR: recevoir une bonne raclée
NL: wat zal ik er van langs krijgen FR: qu'est-ce que je vais prendre?