1. MWB
  2. Vertalen
  3. knuffelen (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • knuffelen > DE • knuffelen > EN • knuffelen > ES
Vertalingen knuffelen NL>FR

knuffelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈknʏfələ(n)]
Verbuigingen:  knuffelde (verl.tijd ) heeft geknuffeld (volt.deelw.)

(iets of iemand) lief aanraken en kussen - câliner , cajoler

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
knuffelen (ww.) cajoler (ww.) ; câliner (ww.) ; caresser (ww.) ; chatouiller (ww.) ; choyer (ww.) ; embrasser (ww.) ; enlacer (ww.) ; étreindre (ww.) ; faire des caresses (ww.) ; faire l'amour (ww.) ; flatter (ww.) ; serrer (ww.)
knuffelen câlin (m) ; étreinte (v)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `knuffelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanhalen
NL: kussen
NL: liefkozen
NL: troetelen
NL: zoenen