Vertalingen knuffelen NL>DE
knuffelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈknʏfələ(n)] |
Verbuigingen: | knuffelde (verl.tijd ) heeft geknuffeld (volt.deelw.) |
(iets of iemand) lief aanraken en kussen -
herzen , knuddeln © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
knuffelen (ww.) | knuddeln (ww.) ; kosen (ww.) ; kuscheln (ww.) ; liebkosen (ww.) ; schmusen (ww.) ; streicheln (ww.) ; umarmen (ww.) |
knuffelen | die Umarmung |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `knuffelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhalenNL: kussenNL: liefkozenNL: troetelenNL: zoenenUitdrukkingen en gezegdes
NL: elkaar
knuffelen
DE: sich abknutschen