Vertalingen halen NL>FR
[ˈhalə(n)] [vvt: heeft gehaald]1 naar de plaats waar je bent brengen - chercher
`Mijn tas ligt boven, ik haal hem even.`
Mon sac est en haut, je vais le chercher.
eruit halen wat erin zit
(= je uiterste best doen voor het beste resultaat) - faire le maximum d'efforts
`In de finale moet je eruit halen wat erin zit.`
en finale il faut faire le maximum
2 op tijd zijn op tijd zijn om mee te kunnen gaan (met de trein, bus of boot) - attraper
3 erin slagen te bereiken of te krijgen - obtenir
`je rijbewijs halen`
obtenir son permis (de conduire)
`de finish halen`
franchir la ligne d'arrivée
4
het niet halen bij
veel minder goed zijn dan (iets of iemand) - ne pas être/arriver à la hauteur de
`Het hoofdgerecht is niet zo lekker, het haalt het niet bij het voorgerecht.`
Le plat de résistance n'est pas extraordinaire, il n'arrive pas à la hauteur de l'entrée.
5
het halen
(van een doodzieke) niet doodgaan - s'en sortir / s'en tirer / en réchapper
`Het was een risicovolle operatie, maar hij heeft het net gehaald.`
C'était une opération risquée, mais il s'en est sorti de justesse.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
halen (ww.) | acquérir (ww.) ; aller chercher (ww.) ; gagner (ww.) ; obtenir (ww.) ; ramener (ww.) ; rapporter (ww.) ; s'acheter (ww.) ; se procurer (ww.) |
het halen | fait d'atteindre (m) |
halen | atteindre ; effectuer ; enregistrer ; faire partie de ; prendre ; tirer ; virer |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `halen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afhalenNL: behalenNL: bereikenNL: betrekkenNL: erbij halenNL: gehaaldNL: pakkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: adem
halen
FR: respirerNL: alles door elkaar
halen
FR: bouleverser tout, mettre tout sens dessus dessousNL: zich op de hals
halen
FR: s'attirer (une maladie)NL: naar beneden
halen
FR: descendreNL: de zieke zal de morgen niet
halen
FR: le malade ne passera pas la nuitNL: komen
halen
FR: venir prendreNL: de dokter laten
halen
FR: envoyer chercher le médecinNL: dat haalt het niet bij
FR: cela n'est rien auprès deNL: het einde van de maand
halen
FR: arriver à terminer le moisNL: zesmaal
halen
FR: relever le rideau six foisNL: daar is wat te
halen
FR: on y trouve à grapiller