Vertalingen hardlopen NL>FR
hardlopen
werkw.
Uitspraak: | [ˈhɑrtlopə(n)] |
Verbuigingen: | liep hard (verl.tijd ) heeft hardgelopen (volt.deelw.) |
snel lopen sport -
courir Voor onze conditie gaan we elke avond een half uur hardlopen. - Pour garder la forme, nous faisons tous les soirs une demi-heure de course à pied. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hardlopen (ww.) | courir (ww.) ; filer (ww.) ; galoper (ww.) ; prendre d'assaut (ww.) ; se ruer (ww.) ; sprinter (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hardlopen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: hollenNL: lopenNL: rennenNL: snellenNL: zich snel voortbewegen