Vertalingen bons NL>FR
de bons
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [bɔns] |
Verbuigingen: | bonzen (meerv.) |
1) dof geluid van een klap -
bruit sourd (le ~) een bons op de deur - (le bruit sourd d')un coup donné contre la porte |
2) een belangrijk man met veel invloed -
bonze (le ~) De bonzen bepalen wat er gebeurt in een bedrijf. - Les huiles déterminent la marche de l'entreprise. |
3) deel van de uitdrukking: -
iemand de bons geven (=een relatie met iemand stoppen) - plaquer quelqu'un
een werknemer de bons geven - renvoyer un salarié
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bons (m) | boum (znw.) ; floc (m) ; plouf (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bons`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: klapNL: kopstukNL: pofNL: schokNL: smakUitdrukkingen en gezegdes
NL: de
bons geven
FR: congédier, refuserNL: de
bons krijgen
FR: être refusé, être congédié