Vertalingen betalen NL>FR
betalen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈtalə(n)] |
Verbuigingen: | betaalde (verl.tijd ) heeft betaald (volt.deelw.) |
geld geven in ruil voor iets anders -
payer met een creditcard betalen - payer avec une carte de crédit per giro betalen - payer par virement bancaire contant betalen - payer au comptant aan iemand betalen - payer à quelqu'un betalen voor het downloaden van muziek - payer pour la musique téléchargée de rekening betalen - payer la facture |
iemand iets betaald zetten (=zich wreken op iemand voor iets) - faire payer quelque chose à quelqu'un
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
betalen (ww.) | achever (ww.) ; acquitter (ww.) ; assimiler (ww.) ; indemniser (ww.) ; niveler (ww.) ; payer (ww.) ; s'acquitter de (ww.) ; salarier (ww.) ; solder (ww.) |
het betalen | acquittement (m) ; contribution (v) ; paiement (m) ; remboursement (m) ; le versement |
betalen | rémunérer ; verser |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `betalen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdragenNL: afrekenenNL: bekopenNL: belonenNL: bezoldigenNL: dokkenNL: honorerenNL: opleverenNL: salariërenNL: stortenUitdrukkingen en gezegdes
NL: met goud
betalen
FR: payer en orNL: er 10 gulden voor
betalen
FR: le payer dix florinsNL: dat is met geen geld te
betalen
FR: c'est hors de prix