Vertaal
Naar andere talen: • beschadigen > DEbeschadigen > ENbeschadigen > ES
Vertalingen beschadigen NL>FR

beschadigen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈsxadəxə(n)]
Verbuigingen:  beschadigde (verl.tijd ) heeft beschadigd (volt.deelw.)

(een beetje) kapot maken - endommager
De harde discomuziek heeft haar gehoor beschadigd. - La musique disco bruyante a endommagé son ouie.
onherstelbaar beschadigen - abîmer complètement
zwaar beschadigen - endommager gravement
uitdrukking iemands vertrouwen beschadigen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
beschadigen (ww.) blesser (ww.) ; nuire (ww.) ; fracasser (ww.) ; esquinter (ww.) ; entacher (ww.) ; endommager (ww.) ; dommage (ww.) ; détériorer (ww.) ; casser (ww.) ; broyer (ww.) ; briser (ww.) ; affaiblir (ww.) ; abimer (ww.)
het beschadigen meurtrissure (v) ; endommagement (m) ; corrosion (v) ; broyage (m) ; blessure (v) ; atteinte (v)
beschadigen abimer ; causer un dommage à
Bronnen: interglot; Wikipedia; A.M.T.S.; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `beschadigen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aantasten
NL: aanvreten
NL: bederven
NL: bezoedelen
NL: forceren
NL: havenen
NL: kwetsen
NL: schaden
NL: schenden
NL: stukmaken