Vertalingen bek NL>FR
de bek
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [bɛk] |
Verbuigingen: | -ken (meerv.) |
1) mond van een dier -
gueule (la ~), bec (le ~) De vos hield een kip in zijn bek. - Le renard tenait une poule dans sa gueule. |
2) mond van een mens -
gueule (la ~) Hou je bek! (=wees stil) - Ta gueule!
|
Breek me de bek niet open. (=laat ik daar maar niet over praten) - Ne me pousse pas à en parler.
|
op je bek gaan (=vallen) - ramasser une pelle
|
op je bek gaan (=een stomme fout maken die anderen kunnen zien) - ramasser une pelle
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de bek (m) | bec (m) ; bouche (v) ; gueule (v) ; museau (m) |
bek | bec ; bec d'écoulement ; bec d'outil ; bouche ; partie active d'un outil ; règle |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bek`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: facieNL: mondNL: muilNL: smoelNL: smoelwerkNL: snavelNL: snuitNL: tuitNL: waffelUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand een
bek geven
FR: engueuler quelqu'unNL: hou je
bek!
FR: ta gueule!, ferme ça!