Vertalingen snuit NL>FR
de snuit
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [snœyt] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) bek en neus van een dier -
museau (le ~) de snuit van een varken - le groin d'un porc De hond rook met zijn natte snuit aan mijn broek. - Avec sa truffe humide le chien a flairé mon pantalon. |
2) gezicht -
tête (la ~), bouille (la ~) een vrolijke snuit - une bouille qui rayonne la bonne humeur |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
snuit (m) | museau (m) |
de snuit (m) | frimousse (v) ; gueule (v) ; trogne (v) |
snuit | groin ; museau |
Bronnen: f; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `snuit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bakkesNL: bekNL: mondNL: ponumNL: porumNL: smoelNL: smoelwerkNL: snavelNL: snoetNL: tronie