Vertalingen bombarderen NL>FR
bombarderen
werkw.
Uitspraak: | [bɔmbɑrˈderə(n)] |
Verbuigingen: | bombardeerde (verl.tijd ) heeft gebombardeerd (volt.deelw.) |
bommen gooien op (een plaats) -
bombarder de haven bombarderen - bombarder le port |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bombarderen (ww.) | bombarder (ww.) ; mitrailler (ww.) ; tirer sur (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bombarderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afstraffingNL: belagenNL: benoemenNL: beschietenNL: beschietingNL: bombardementUitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand tot voorzitter
bombarderen
FR: bombarder quelqu'un président