I de bol

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[bɔl]
Verbuigingen:	-len (meerv.)

1) iets dat helemaal rond is - boule (la ~)

wereldbol - globe terrestre

2) iets ronds in de grond waar een bloem uit groeit - bulbe (la ~)

tulpenbollen - bulbes de tulipe

3) hoofd - boule (la ~)

een aai over je bol - une caresse sur la tête

II bol

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bɔl]

naar buiten toe rond - convexe

bolle wangen - des joues rondes

bol staan van (=vol zitten met) - être bourré de bol staan van de fouten - être bourré de fautes

[bɔl]
[mv: bollen]

1 iets dat helemaal rond is - boule
[bul] (la ~(v))

  `wereldbol`
  globe terrestre



2 ( bloembol) iets ronds in de grond waar een bloem uit groeit - bulbe
[bylb] (la ~(v))

  `tulpenbollen`
  bulbes de tulipe



3 hoofd - boule
[bul] (la ~(v))

  `een aai over je bol`
  une caresse sur la tête


© K Dictionaries Ltd.

bol (znw.)	tête humaine (v) ; tête (v) ; petite boule (v) ; globe (m)
de bol (m)	balle (v) ; bleuet (m) ; boule (v) ; centaurée bleuet ; sphère (v)
de bol	le bulbe
bol	en forme de balle ; sphérique ; rond ; gonflé ; globulaire ; enflé ; en forme de sphère ; en forme de globe ; en boule ; convexe ; circulaire ; bouffi ; bombé ; arrondi ; boule ; base élargie en bulbe ; bulbe ; bulbe à fleur ; bulbe humide ; cuve sphérique ; oignon à fleur ; pelle (v) ; pelote ; réservoir sphérique ; sphère ; tête

Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aardbol
NL: aarde
NL: bal
NL: bloembol
NL: bolletje
NL: bolstaand
NL: bolvormig
NL: globe
NL: hersens
NL: hoofd

NL: halve bol FR: hémisphère (le)
NL: met bolle wangen FR: joufflu
NL: bolle wind FR: vent (le) fort et agréable