blokkeren

Vertalingen blokkeren NL>FR

werkw.

Uitspraak:	[blɔˈker ə(n)]
Verbuigingen:	blokkeerde (verl.tijd ) heeft geblokkeerd (volt.deelw.)

1) (een weg) afsluiten - barrer

de gekantelde vrachtwagen blokkeerde de weg - couché sur le flanc, le camion barrait la route

2) het gebruik van iets onmogelijk maken - bloquer

een bankrekening blokkeren - bloquer un compte en banque

3) zorgen dat iets niet meer kan bewegen - bloquer

als middel tegen diefstal het stuur van je auto blokkeren - bloquer le volant de sa voiture en guise d'antivol

4) deel van de uitdrukking: -

geblokkeerd zijn

Overige bronnen

blokkeren (ww.)	barrer (ww.) ; bloquer (ww.) ; fermer (ww.)
blokkeren	blocage ; bloquer ; boucher ; caler ; coincement ; désactiver un défaut ; geler ; invalider ; neutralisation ; verrouillage

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm

Voorbeeldzinnen met `blokkeren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: afsluiten
NL: immobiliseren
NL: stremmen

Ook in de database