Vertaal
Naar andere talen: • begrenzen > DEbegrenzen > ENbegrenzen > ES
Vertalingen begrenzen NL>FR
begrenzen (ww.) escroquer (ww.) ; tromper (ww.) ; tracer (ww.) ; soutirer (ww.) ; restreindre (ww.) ; piqueter (ww.) ; marquer (ww.) ; limiter (ww.) ; jalonner (ww.) ; entourer (ww.) ; contourner (ww.) ; contenir (ww.) ; confiner (ww.) ; borner (ww.) ; barrer (ww.)
begrenzen délimiter ; séparer
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `begrenzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afbakenen
NL: afgrenzen
NL: afpalen
NL: afzetten
NL: inkrimpen
NL: omlijnen
NL: van grenzen voorzien