Vertalingen avonturen NL>FR
| avonturen (ww.) | aventurer (ww.) ; hasarder (ww.) ; oser (ww.) ; risquer (ww.) |
| het avonturen | aventures (v) ; péripéties (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `avonturen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: durvenNL: lotgevallenNL: riskerenNL: wagen