Vertalingen riskeren NL>FR
riskeren
werkw.
Uitspraak: | [rɪsˈkerə(n)] |
Verbuigingen: | riskeerde (verl.tijd ) heeft geriskeerd (volt.deelw.) |
bewust de kans lopen dat iets onaangenaams gebeurt -
risquer Door valse gegevens op te geven, riskeer je een flinke boete. - En fournissant des renseignements inexacts on risque d'attraper une forte amende. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
riskeren (ww.) | aventurer (ww.) ; hasarder (ww.) ; oser (ww.) ; risquer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `riskeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: avonturenNL: durvenNL: gevaar lopenNL: wagen