Vertaal
Naar andere talen: • afhouden > DEafhouden > ENafhouden > ES
Vertalingen afhouden NL>FR
afhouden (ww.) dissuader (ww.) ; stopper (ww.) ; se protéger de (ww.) ; retenir (ww.) ; repousser (ww.) ; lutter conte (ww.) ; enrayer (ww.) ; empêcher (ww.) ; écarter (ww.) ; déduire (ww.) ; décompter (ww.) ; contrecarrer (ww.) ; contenir (ww.) ; chasser (ww.) ; arrêter (ww.)
het afhouden empêchement (m) ; retenue (v) ; interdiction (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `afhouden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aftrekken
NL: beletten
NL: ervanaf houden
NL: in mindering brengen
NL: inhouden
NL: terughouden
NL: verrekenen
NL: weerhouden
NL: weren

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand van iets afhouden FR: détourner quelqu'un de qc
NL: Iemand van zijn werk afhouden FR: empêcher quelqu'un de travailler
NL: de boot afhouden FR: déborder l'embarcation