wereldkaart - mapamundi wereldmacht - potencia mundial Er wonen 6 miljard mensen op de wereld. - En el mundo vive 6 mil millones de personas.
ter wereld
(=in de wereld) - del mundo
de langste brug ter wereld - el puente más largo del mundo
naar de andere wereld helpen
(=doden of kapotmaken) - mandar al otro mundo
Iedereen die protesteert tegen het regime, wordt naar de andere wereld geholpen. - Todo el mundo que protesta contra el régimen, es mandado al otro mundo.
iets uit de wereld helpen
(=een einde maken aan iets) - resolver algo
Na het gesprek was het misverstand uit de wereld geholpen. - Después de la conversación se resolvió la confusión.
2)mensen, dieren of zaken die een geheel vormen - mundo (el ~)
de wereld van de mode - el mundo de la moda dierenwereld - mundo animal filmwereld - mundo del cine
de hele wereld
(=iedereen) - todo el mundo
de derde wereld
(=de arme landen) - el tercer mundo
Een wereld gaat voor me open.
(=<dit zeg je als je iets interessants ontdekt>) - Se me abre un mundo nuevo.
Op het conservatorium ging een wereld voor haar open. - En el conservatorio se le abrió un mundo nuevo.
een wereld van verschil
(=<dit zeg je van twee situaties, culturen enz. die heel erg van elkaar verschillen>) - un mundo de diferencia
Met of zonder versnellingen is een wereld van verschil. - Con o sin cambios es un mundo de diferencia.