Vertalingen wassen NL>ES
wassen
werkw.
Uitspraak: | ['wɑsə(n)] |
Verbuigingen: | waste (verl.tijd ) |
1) (kleren, iemand, een auto enz. ) schoonmaken met water -
lavar Verbuigingen: | heeft gewassen (volt.deelw.) |
Heb je je handen gewassen? - ¿Te lavaste las manos? Ik heb me al twee dagen niet gewassen. - Desde hace dos días no me lavo. |
2) groter of meer worden -
crecer Verbuigingen: | is gewassen (volt.deelw.) |
wassend water (=water waarvan het peil hoger wordt, als het vloed is of bij een overstroming) - agua creciente
|
flink uit de kluiten gewassen zijn (=groot, flink in zijn soort zijn) - ser fuerte y fornido
een flink uit de kluiten gewassen jongen - un chico muy fuerte y fornido
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
wassen (znw.) | la limpieza (v) |
wassen (ww.) | crecer (ww.) ; florecer (ww.) ; hincharse (ww.) ; lavar (ww.) ; medrar (ww.) |
wassen | de cera ; aguar ; depuración ; desgrasado ; lavado ; lavado a fondo ; lavar |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `wassen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afwassenNL: bestijgenNL: gedijenNL: groeienNL: hoger komenNL: klimmenNL: opgaanNL: opkomenNL: opstaanNL: reinigen