Vertalingen waard NL>ES
Ia de waard
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [wart] |
Verbuigingen: | waarden (meerv.) |
Ib de waardin
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [war'dɪn] |
Verbuigingen: | waardnen (meerv.) |
eigenaar van een herberg -
mesonero/-ra (el ~/la ~) buiten de waard gerekend hebben (=je plan zien mislukken) - no haber contado con los huéspedes
Ik had buiten de waard gerekend; door een storing reden er geen treinen. - Yo no había contado con los huéspedes; debido a un fallo los trenes no andaban.
|
II waard
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: -
waard zijn (=betekenis of geldwaarde hebben) - valer
Dit boek is vijf euro waard. - Este libro vale cinco euros.
|
voor wat je waard bent (=zo goed als je kunt) - por lo que valgas
Hij vocht voor wat hij waard was. - Él luchaba por lo que valiera.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
waard (znw.) | el bodeguero (m) ; el dueño de la posada (m) ; el dueño de un bar (m) ; el fondista (m) ; el jefe del bar (m) ; el mesonero (m) ; el patrón (m) ; el posadero (m) ; el tabernero (m) ; el ventero (m) |
waard | apreciado ; la posadera (v) ; la ventera (v) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `waard`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: besteNL: café-eigenaarNL: caféhouNL: caféhouderNL: geachtNL: geachteNL: herbergierNL: kasteleinNL: kroegbaas