Vertaal
Naar andere talen: • voelen > DEvoelen > ENvoelen > FR
Vertalingen voelen NL>ES

I voelen

werkw.
Uitspraak:  ['vulə(n)]
Verbuigingen:  voelde (verl.tijd ) heeft gevoeld (volt.deelw.)

1) je bewust zijn van (iets dat je aanraakt of wat in je lichaam een druk geeft) - sentir
Ze voelde een knobbeltje in de borst. - Ella sintió un bulto en el pecho.
Hij voelde dat hij moest niezen. - Sintió ganas de estornudar.
Voel eens aan mijn voorhoofd. - Tócame la frente.
Je hoeft niet bang te zijn, je voelt er niks van. - No tienes que tener miedo, no sentirás nada.
Ik voel pijn in mijn rug. - Siento dolor en la espalda.

2) je bewust zijn van (iets dat je emotioneel raakt) - sentir
Ze voelde geen liefde, alleen maar haat. - No sintió amor, sino sólo odio.
Ik voel dat je me gaat verlaten. - Presiento que me vas a abandonar.

3) een (dergelijk) gevoel geven - sentir
Je hand voelt koud. - Tu mano siente fría.
Het voelt niet goed om nu weg te gaan. - Parece poco correcto de irse ahora.


II zich voelen

reflexief werkw.
Uitspraak:  ['vulə(n)]
Verbuigingen:  voelde zich (verl.tijd ) heeft zich gevoeld (volt.deelw.)

een (bepaald) gevoel hebben - sentirse
Ik voel me niet lekker. - No me siento bien.
Ze voelt zich eenzaam. - Se siente sola.
Hoe voel je je vandaag? - ¿Cómo te sientes hoy?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
voelen (ww.) advertir (ww.) ; creer (ww.) ; entender (ww.) ; entrever (ww.) ; estar presente (ww.) ; identiicarse con (ww.) ; imaginarse (ww.) ; intuir (ww.) ; manosear (ww.) ; opinar (ww.) ; palpar (ww.) ; pensar (ww.) ; sentir (ww.) ; tocar (ww.)
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `voelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanraken
NL: aanvoelen
NL: aftasten
NL: afvoelen
NL: bekijken
NL: beleven
NL: bemerken
NL: bespeuren
NL: betasten
NL: bevoelen