Vertaal
Naar andere talen: • vlak > DEvlak > ENvlak > FR
Vertalingen vlak NL>ES

I het vlak

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [vlɑk]
Verbuigingen:  vlakken (meerv.)

platte kant van een voorwerp - cara (la ~), lado (el ~)
Een dobbelsteen heeft zes vlakken. - Un dado tiene seis lados.
uitdrukking op het vlak van


II vlak

bijv.naamw.
Uitspraak:  [vlɑk]

1) plat en effen - plano/-na
Het vlakke landschap wordt hier en daar onderbroken door een rijtje bomen. - El paisaje plano se alterna con filas de árboles en algunas partes.
een computer met een vlak scherm - un ordenador con una pantalla plana

2) (van geluid) zonder afwisseling - apagado/-da
een vlakke stem - una voz apagada


III vlak

bijwoord
Uitspraak:  [vlɑk]

1) meteen (vóór of na iets) - justo/-ta
Vlak nadat ik jou gebeld had, belde hij mij. - Justo después de que te había llamado, me llamó él.

2) zeer dicht (bij, onder, naast enz.) - justo/-ta
Opeens stopte vlak voor mij een auto, die ik niet meer kon ontwijken. - De repente paró un coche justo frente a mí que ya no pude esquivar.
Ik woon vlak bij het strand. - Yo vivo cerca de la playa.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vlak (znw.)el nivel (m)
vlak a bocajarro ; tajantemente ; suave ; plano ; igualado ; igual ; horizontal ; fino ; equilibrado ; castizo ; astuto ; apagado ; a sotavento ; apagado ; velado de color ; tierno ; plano ; planar ; parejo ; nivelado ; nivel ; llanuras ; llano ; fondo ; faceta ; cara del prisma ; cara
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `vlak`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: direct
NL: effen
NL: egaal
NL: emotieloos
NL: exact
NL: gebied
NL: geëgaliseerd
NL: gelijk
NL: geslepen
NL: glad