Vertalingen vast NL>ES
I vast
bijv.naamw.
1) goed verbonden met iets -
fijo/-ja De dop zit vast; ik krijg hem er niet af. - El tapón está agarrado; no logro sacarlo. |
muurvast (=heel vast) - firme como una roca
|
2) stevig -
firme vast in het zadel zitten - mantenerse firme en el puesto |
met vaste hand schrijven (=schrijven zonder te beven) - escribir con mano firme
|
3) onveranderlijk -
fijo/-ja een vaste baan hebben - tener un puesto fijo een vaste klant van de kroeg - un cliente habitual del bar de vaste kosten/lasten - gastos fijos |
II vast
bijwoord
1) zeer waarschijnlijk -
seguro/-ra Je wordt vast de winnaar van het concours. - Seguro que vas a ganar el concurso. |
vast en zeker (=zonder twijfel) - seguramente
|
2) zonder verder te wachten op iemand of iets -
entretanto Begin maar vast, ik kom je zó helpen. - Empieza entretanto, ya vengo a ayudarte. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vast | ciertamente ; verdaderamente ; compacto ; fijo ; sólido |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `vast`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: alvastNL: bepaaldNL: beslistNL: blijvendNL: degelijkNL: feitelijkNL: geheidNL: gewisNL: gezetNL: heus