Vertalingen vangen NL>ES
vangen
werkw.
Uitspraak: | [vɑŋə(n)] |
Verbuigingen: | ving (verl.tijd ) heeft gevangen (volt.deelw.) |
1) zo pakken dat je het niet meer loslaat -
coger vlooien vangen - coger pulgas dieven vangen - atrapar ladrones |
geld vangen (=geld krijgen) - recibir dinero
|
2) uit de lucht grijpen -
coger een bal vangen - coger un balón |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vangen (ww.) | aferrar (ww.) ; agarrar (ww.) ; apoderarse de (ww.) ; apresar (ww.) ; atrapar (ww.) ; capturar (ww.) ; coger (ww.) ; engañar (ww.) ; ganar (ww.) ; pescar (ww.) ; prender (ww.) ; tomar en posesión (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `vangen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beetnemenNL: beurenNL: buitmakenNL: grijpenNL: klauwenNL: pakkenNL: vattenNL: verstrikken