Vertalingen uitrusten NL>ES
uitrusten (zich -) | equiparse |
uitrusten (ww.) | descansar (ww.) ; equipar (ww.) ; proveer (ww.) ; proveerse de (ww.) ; reposar (ww.) |
Bronnen: Diving dictionary; interglot
Voorbeeldzinnen met `uitrusten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: equiperenNL: ontspannenNL: relaxenNL: rustenNL: toerustenNL: uitgerustNL: verpozenNL: zich uitrusten