Vertaal
Naar andere talen: • uitrusten > DEuitrusten > ESuitrusten > FR
Vertalingen uitrusten NL>EN
uitrusten (ww.)to equip ; to fit out ; to fit with ; to gear up ; to kit out ; to kit up ; to prepare ; to repose ; to rest ; to rig out ; to take a rest
uitrusten commissioning a ship ; lifting-out a ship
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `uitrusten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: equiperen
NL: ontspannen
NL: relaxen
NL: rusten
NL: toerusten
NL: uitgerust
NL: verpozen
NL: zich uitrusten