Vertalingen toon NL>ES
de toon
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ton] |
Verbuigingen: | tonen (meerv.) |
1) klank met een bepaalde hoogte muziek -
tono (el ~) een halve toon - un semitono hoge en lage tonen - sonidos agudos y graves |
de toon aangeven (=het voorbeeld zijn voor anderen) - dar el tono
|
een toontje lager zingen (=minder praatjes hebben) - bajar los humos
|
uit de toon vallen (=erg afwijkend zijn) - salir de tono
|
2) manier van praten -
tono (el ~) op bitse/scherpe toon - en tono acre |
een hoge toon aanslaan (=arrogant spreken) - alzar la voz
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de toon (m) | la altura del sonido (v) ; la cadencia (v) ; el color (m) ; la entonación (v) ; la inflexión de voz (v) ; la nota musical (v) ; el ruido (m) ; el sonido (m) ; el tono (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `toon`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: intonatieNL: klankNL: klankgeluidNL: klankkleurNL: kleurNL: kleurtjeNL: muzieknootNL: sfeerNL: tintNL: toonhoogte