Uitspraak: | [styˈderə(n)] |
Verbuigingen: | studeerde (verl.tijd ) heeft gestudeerd (volt.deelw.) |
Nederlands studeren aan de universiteit - estudiar holandés en la universidad fluit studeren aan een conservatorium - estudiar la flauta en un conservatorio studeren voor advocaat - estudiar para abogado het hele weekeinde zitten studeren voor een tentamen - estar estudiando todo el fin de semana para un examen |
Ik moet nog heel hard studeren op deze sonate. - Todavía tengo que estudiar mucho para esta sonata. |