1. MWB
  2. Vertalen
  3. strak (NL>ES)
Vertaal
Naar andere talen: • strak > DE • strak > EN • strak > FR
Vertalingen strak NL>ES

strak

bijv.naamw.
Uitspraak:  [strɑk]

1) zonder plooien, rimpels of bochten - estirado/-da
De vlaggen staan strak. - Las banderas están estiradas.
een strakke huid - una piel sin arrugas
strak schilderwerk - una pintura sobria

2) zonder versieringen - sobrio/-bria
een strak ingericht interieur - un interior con decoración sobria
een strak design - un diseño sobrio

3) nauw aansluitend - ajustado/-da
een strakke rok - una falda ajustada

4) zonder de ogen te bewegen - fijo/-ja
iemand strak aankijken - mirar a alguien fijamente

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
strak equilibrado ; tieso ; tenso ; tajantemente ; suave ; parsimonioso ; paralizado ; igual ; hosco ; horizontal ; fino ; fijo ; estirado ; a bocajarro ; envarado ; distante ; cuajado ; austero ; astuto ; apretado ; apagado ; ajustado ; agarrotado ; abultado ; a sotavento
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `strak`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afgemeten
NL: effen
NL: egaal
NL: gelijk
NL: geslepen
NL: gespannen
NL: glad
NL: nauw
NL: nauwsluitend
NL: plat