Vertalingen stichten NL>ES
stichten
werkw.
Uitspraak: | [ˈstɪxtə(n)] |
Verbuigingen: | stichtte (verl.tijd ) heeft gesticht (volt.deelw.) |
zorgen dat (iets) er komt -
fundar een gezin stichten - formar una familia brand stichten - provocar un incendio verwarring stichten - causar confusión |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stichten (ww.) | constituir (ww.) ; establecer (ww.) ; fundar (ww.) |
stichten | edificar |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `stichten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandoenNL: aanrichtenNL: beginnenNL: ingesteldNL: instellenNL: instellingNL: invoerenNL: laten ontstaanNL: oprichtenNL: oprichting