Uitspraak: | [slan] |
Verbuigingen: | sloeg (verl.tijd ) heeft geslagen (volt.deelw.) |
wild om je heen slaan - dar golpes a diestro y siniestro met de deur slaan - dar un portazo je armen over elkaar slaan - cruzar los brazos |
iemand in zijn gezicht slaan - darle una bofetada a alguien je op je knieën slaan van het lachen - matarse de risa vuil van je jas slaan - sacudir la suciedad de tu abrigo een bal over het net slaan - lanzar la pelota por encima de la red bij een vechtpartij iemand tegen de grond slaan - tumbar de un golpe a alguien en una pelea |
Verbuigingen: | is geslagen (volt.deelw.) |
Het paard is op hol geslagen. - El caballo pegó una espantada. Het leger sloeg op de vlucht. - El ejército se dio a la fuga. De auto sloeg over de kop. - El coche se volcó. |
De klok slaat negen uur. - El reloj da las nueve. De regen slaat tegen de ruiten. - La lluvia rebota contra los cristales. |
Zijn hart begon sneller te slaan toen hij haar de hoek om zag komen. - Le palpitaba el corazón cuando la vio venir cruzando por la esquina. |
De bestseller slaat alle verkooprecords. - El best-seller bate todos los récords de venta. Wat een prestatie! Dat slaat alles! - ¡Qué trabajo! ¡Eso es el colmo! |
![]() (=(een moeilijke situatie) tot het eind toe volhouden) - arreglárselas |