Vertalingen schrokken NL>ES
schrokken
werkw.
Uitspraak: | [ˈsxrɔkə(n)] |
Verbuigingen: | schrokte (verl.tijd ) heeft geschrokt (volt.deelw.) |
snel en met grote happen eten -
engullir De hond schrokte zijn bak leeg. - El perro engullía su comedero. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schrokken (ww.) | atiborrarse (ww.) ; devorar (ww.) ; engullir (ww.) |
het schrokken | el embaular (m) ; el zampar (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `schrokken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bikkenNL: buffelenNL: bunkerenNL: consumerenNL: etenNL: naar binnen werkenNL: nuttigenNL: opetenNL: schransenNL: tegoed doen