Vertaal
Vertalingen rondslenteren NL>ES
rondslenteren (ww.) andar por ahí (ww.) ; callejear (ww.) ; calumniar (ww.) ; caminar (ww.) ; circular (ww.) ; dar una vuelta (ww.) ; deambular (ww.) ; ir a pie (ww.) ; pasear (ww.) ; pasear lentamente (ww.) ; pasearse (ww.) ; vagar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `rondslenteren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: flaneren
NL: klungelen
NL: kuieren
NL: lopen
NL: rondlopen
NL: rondwandelen
NL: slenteren
NL: wandelen