Vertaal
Naar andere talen: • pit > DEpit > ENpit > FR
Vertalingen pit NL>ES

pit

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [pɪt]
Verbuigingen:  pitten (meerv.)

1) hard ding in een vrucht waaruit een nieuwe boom kan groeien biologie - hueso (el ~), semilla (la ~)
sinaasappels zonder pit - naranjas sin semillas

2) brander op een gasfornuis - fogón (el ~)
tweepits gasstel - una cocina de gas con dos fogones
uitdrukking iets op een laag pitje zetten

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking iemand waar pit in zit

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de pit (m) la pipa (v)
de pitel ardor (m) ; el pabilo (m) ; la mecha (v) ; el ímpetu (m) ; el hueso (m) ; el grano (m) ; el garbo (m) ; la fucha (v) ; el entusiasmo (m) ; el empuje (m) ; el eje (m) ; el brío (m)
pit energía ; tito ; semilla ; savia ; punto de arena ; picadura ; picado ; picada ; pepita ; mecha ; grano ; granilla
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `pit`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: binnenste van een vrucht
NL: elan
NL: fut
NL: gloed
NL: kaarsenpit
NL: lemmet
NL: spanjool
NL: vlam
NL: vruchtenpit
NL: vuur