Vertaal
Naar andere talen: • mankeren > DEmankeren > ENmankeren > FR
Vertalingen mankeren NL>ES

mankeren

werkw.
Uitspraak:  [maŋ'kerə(n)]
Verbuigingen:  mankeerde (verl.tijd ) heeft gemankeerd (volt.deelw.)

niet helemaal gezond zijn - pasar
ik mankeer helemaal niks - no me pasa nada

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mankeren (ww.) estar ausente (ww.) ; faltar (ww.) ; faltar a (ww.) ; molestar (ww.) ; no estar presente (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `mankeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: haperen
NL: ontbreken
NL: verzuimen