Vertalingen manco NL>ES
het manco | la carencia (v) ; la debilidad (v) ; el defecto (m) ; la deficiencia (v) ; el desperfecto (m) ; hueco (znw.) ; la merma (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `manco`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gebrekNL: tekortNL: zwakheid