Vertalingen kleden NL>ES
kleden
werkw.
Uitspraak: | [ˈkledə(n)] |
Verbuigingen: | kleedde (verl.tijd ) heeft gekleed (volt.deelw.) |
kleren aandoen -
vestir(se) zich warm kleden in de winter - abrigarse bien en el invierno smaakvol gekleed gaan - ir vestido elegantemente |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
kleden (ww.) | ataviarse (ww.) ; vestir (ww.) ; vestirse (ww.) |
kleden | ataviar ; el bañado (m) ; el cubierto (m) ; el lavado (m) |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `kleden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandoenNL: aankledenNL: aantrekkenNL: uitdossenNL: uitmonsterenNL: zich tooien