kiem

Naar andere talen: • kiem > DE • kiem > EN • kiem > FR

Vertalingen kiem NL>ES

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[kim]
Verbuigingen:	kiemen (meerv.)

begin van iets dat zich ontwikkelt - germen (el ~)

tarwekiem - germen de trigo De kiem van een diepe crisis is aanwezig. - El origen de una crisis profunda está presente.
in de kiem smoren (=onmiddellijk bij het begin stoppen) - sofocar en el origen Artsen proberen de vetzucht in de kiem te smoren. - Los médicos tratan de sofocar la obesidad en el origen.
in de kiem aanwezig zijn (=er zijn, maar nog niet duidelijk merkbaar) - estar en el origen Haar talent is in de kiem aanwezig, maar moet zich nog ontwikkelen. - Su talento está presente en el origen, pero aún tiene que desarrollarse.

Overige bronnen

de kiem	el embrión (m) ; el germen (m) ; el orígen (m) ; el semen (m) ; la semilla (v)
kiem	germen ; núcleo ; precursor ; simiente

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `kiem`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: haard
NL: oorsprong
NL: zaad

Ook in de database