Vertaal
Naar andere talen: • je > DEje > ENje > FR
Vertalingen je NL>ES

je

pronoun
Uitspraak:  [jə]

1) degene tegen wie je praat <
als die het onderwerp van de zin is>
-
Ga je morgen ook weg? - ¿Tú tambien te vas mañana?

2) degene tegen wie je praat <
als die het meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp van de zin is>
- te
Ik heb je dat boek al gegeven. - Ya te di el libro.
Ik kom je ophalen. - Voy a buscarte.

3) <je zegt dit als iets het eigendom is van degene tegen wie je praat>
- tu
Hier is je jas. - Aquí está tu abrigo.

4) <je zegt dit als je over mensen in het algemeen praat>
- uno , se
Zoiets doe je niet. - Eso no se hace.
uitdrukking Je hebt van die mensen die...

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
je a ti ; te ; ti ; tu ; tuya ; tuyo ; les ; os ; su ; ustedes (p) ; vosotras (f-p) ; vosotros (m-p)
Bronnen: interglot; Wikipedia




Synoniemen
NL: jij
NL: jou
NL: jouw