Vertaal
Naar andere talen: • inoculeren > DEinoculeren > ENinoculeren > FR
Vertalingen inoculeren NL>ES
inoculeren (ww.) inocular (ww.) ; inyectar (ww.) ; vacunar (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `inoculeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: inenten
NL: vaccineren