Vertalingen infecteren NL>ES
infecteren (ww.) | contagiar (ww.) ; emponzoñar (ww.) ; infectar (ww.) ; intoxicar (ww.) |
het infecteren | la contaminación (v) ; la intoxicación (v) |
infecteren | contaminar ; infectar |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `infecteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanstekenNL: aanstokenNL: besmettenNL: overbrengenNL: verbitterenNL: vergiftigenNL: vergiftigingNL: verpestenNL: verpesting