Vertalingen huiveren NL>ES
huiveren
werkw.
Uitspraak: | [ˈhœyvərə(n)] |
Verbuigingen: | huiverde (verl.tijd ) heeft gehuiverd (volt.deelw.) |
even met je lichaam trillen -
temblar huiveren van spanning bij een enge film - temblar de tensión con una película horripilante |
huiveren voor (=afkeer hebben van) - estremecerse por
Puristen huiveren voor de taal van chatters. - Los puristas se estremecen por el lenguaje de la gente que chatea.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
huiveren (ww.) | cagarse de miedo (ww.) ; estremecerse (ww.) ; tiritar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `huiveren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bevenNL: bibberenNL: griezelenNL: gruwenNL: rillenNL: terugdeinzen