Vertalingen huiselijk NL>ES
huiselijk
bijv.naamw.
1) verband houdend met het gezin of huishouden -
doméstico/-ca slachtoffer zijn van huiselijk geweld - ser víctima de la violencia doméstica Kerstmis vieren in de huiselijke kring - celebrar navidad en el círculo familiar |
2) als je graag thuis bent -
hogareño/-ña Zij is een huiselijk type en gaat niet vaak uit. - Ella es muy hogareña y no sale mucho. |
3) knus en gezellig -
acogedor/-ra Het is huiselijk en warm met de open haard aan. - Es muy acogedor y caliente con la chimenea encendida. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
huiselijk | acogedor ; cómodo ; hogareño |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `huiselijk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: echtelijkNL: gezelligNL: knusNL: knusjes