Vertalingen garneren NL>ES
garneren
werkw.
| Uitspraak: | [xɑrˈnerə(n)] |
| Verbuigingen: | garneerde (verl.tijd ) heeft gegarneerd (volt.deelw.) |
(eten) versieren -
guarnecer | salade garneren met plakjes komkommer en tomaat - guarnecer la ensalada con rodajas de pepino y tomate |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| garneren (ww.) | adornar (ww.) ; decorar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `garneren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afwerkenNL: opmakenNL: opsmukkenNL: versieren