Vertalingen garneren NL>EN
garneren
werkw.
| Uitspraak: | [xɑrˈnerə(n)] |
| Verbuigingen: | garneerde (verl.tijd ) heeft gegarneerd (volt.deelw.) |
(eten) versieren -
garnish | salade garneren met plakjes komkommer en tomaat - garnish a salade with pieces of cucumber and tomatoes |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| garneren (ww.) | to adorn ; to decorate ; to dress ; to dunnage ; to finish ; to garnish ; to ornament ; to trim |
| garneren | fit out ; trimming |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `garneren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afwerkenNL: opmakenNL: opsmukkenNL: versieren